Woxikon / Verbos / Neerlandés / B / beringen

NL Conjugación en Neerlandés de beringen

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord beringend
Tegenwoordig en verleden deelwoord beringd
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens bering beringt beringt beringen beringen beringen
Imperfect beringde beringde beringde beringden beringden beringden
Toekomende tijd I zal beringen zult beringen zal beringen zullen beringen zullen beringen zullen beringen
Conditionalis I zou beringen zou beringen zou beringen zouden beringen zouden beringen zouden beringen
Perfectum heb beringd hebt beringd heeft beringd hebben beringd hebben beringd hebben beringd
Voltooid verleden tijd had beringd had beringd had beringd hadden beringd hadden beringd hadden beringd
Toekomende tijd II zal beringd hebben zult beringd hebben zal beringd hebben zullen beringd hebben zullen beringd hebben zullen beringd hebben
Conditionalis II zou hebben beringd zou hebben beringd zou hebben beringd zouden hebben beringd zouden hebben beringd zouden hebben beringd
Imperatief - bering - - beringt -

Verbos similares a beringen

Verbos conjugados anteriores y posteriores a beringen

« beringen »

Otras acciones para beringen