Woxikon / Verbos / Neerlandés / B / blinden

NL Conjugación en Neerlandés de blinden

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord blindend
Tegenwoordig en verleden deelwoord geblind
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens blind blindt blindt blinden blinden blinden
Imperfect blindde blindde blindde blindden blindden blindden
Toekomende tijd I zal blinden zult blinden zal blinden zullen blinden zullen blinden zullen blinden
Conditionalis I zou blinden zou blinden zou blinden zouden blinden zouden blinden zouden blinden
Perfectum heb geblind hebt geblind heeft geblind hebben geblind hebben geblind hebben geblind
Voltooid verleden tijd had geblind had geblind had geblind hadden geblind hadden geblind hadden geblind
Toekomende tijd II zal geblind hebben zult geblind hebben zal geblind hebben zullen geblind hebben zullen geblind hebben zullen geblind hebben
Conditionalis II zou hebben geblind zou hebben geblind zou hebben geblind zouden hebben geblind zouden hebben geblind zouden hebben geblind
Imperatief - blind - - blindt -

Verbos similares a blinden

Verbos conjugados anteriores y posteriores a blinden

« blinden »

Otras acciones para blinden