Woxikon / Verbos / Neerlandés / B / bevleugelen

NL Conjugación en Neerlandés de bevleugelen

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord bevleugelend
Tegenwoordig en verleden deelwoord bevleugeld
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens bevleugel bevleugelt bevleugelt bevleugelen bevleugelen bevleugelen
Imperfect bevleugelde bevleugelde bevleugelde bevleugelden bevleugelden bevleugelden
Toekomende tijd I zal bevleugelen zult bevleugelen zal bevleugelen zullen bevleugelen zullen bevleugelen zullen bevleugelen
Conditionalis I zou bevleugelen zou bevleugelen zou bevleugelen zouden bevleugelen zouden bevleugelen zouden bevleugelen
Perfectum heb bevleugeld hebt bevleugeld heeft bevleugeld hebben bevleugeld hebben bevleugeld hebben bevleugeld
Voltooid verleden tijd had bevleugeld had bevleugeld had bevleugeld hadden bevleugeld hadden bevleugeld hadden bevleugeld
Toekomende tijd II zal bevleugeld hebben zult bevleugeld hebben zal bevleugeld hebben zullen bevleugeld hebben zullen bevleugeld hebben zullen bevleugeld hebben
Conditionalis II zou hebben bevleugeld zou hebben bevleugeld zou hebben bevleugeld zouden hebben bevleugeld zouden hebben bevleugeld zouden hebben bevleugeld
Imperatief - bevleugel - - bevleugelt -

Verbos similares a bevleugelen

Verbos conjugados anteriores y posteriores a bevleugelen

« bevleugelen »

Otras acciones para bevleugelen