Woxikon / Verbos / Neerlandés / P / pauperiseren

NL Conjugación en Neerlandés de pauperiseren

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord pauperiserend
Tegenwoordig en verleden deelwoord gepauperiseerd
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens pauperiseer pauperiseert pauperiseert pauperiseren pauperiseren pauperiseren
Imperfect pauperiseerde pauperiseerde pauperiseerde pauperiseerden pauperiseerden pauperiseerden
Toekomende tijd I zal pauperiseren zult pauperiseren zal pauperiseren zullen pauperiseren zullen pauperiseren zullen pauperiseren
Conditionalis I zou pauperiseren zou pauperiseren zou pauperiseren zouden pauperiseren zouden pauperiseren zouden pauperiseren
Perfectum heb gepauperiseerd hebt gepauperiseerd heeft gepauperiseerd hebben gepauperiseerd hebben gepauperiseerd hebben gepauperiseerd
Voltooid verleden tijd had gepauperiseerd had gepauperiseerd had gepauperiseerd hadden gepauperiseerd hadden gepauperiseerd hadden gepauperiseerd
Toekomende tijd II zal gepauperiseerd hebben zult gepauperiseerd hebben zal gepauperiseerd hebben zullen gepauperiseerd hebben zullen gepauperiseerd hebben zullen gepauperiseerd hebben
Conditionalis II zou hebben gepauperiseerd zou hebben gepauperiseerd zou hebben gepauperiseerd zouden hebben gepauperiseerd zouden hebben gepauperiseerd zouden hebben gepauperiseerd
Imperatief - pauperiseer - - pauperiseert -

Verbos conjugados anteriores y posteriores a pauperiseren

« pauperiseren »

Otras acciones para pauperiseren