Woxikon / Verbos / Neerlandés / V / verkeuren

NL Conjugación en Neerlandés de verkeuren

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord verkeurend
Tegenwoordig en verleden deelwoord verkeurd
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens verkeur verkeurt verkeurt verkeuren verkeuren verkeuren
Imperfect verkeurde verkeurde verkeurde verkeurden verkeurden verkeurden
Toekomende tijd I zal verkeuren zult verkeuren zal verkeuren zullen verkeuren zullen verkeuren zullen verkeuren
Conditionalis I zou verkeuren zou verkeuren zou verkeuren zouden verkeuren zouden verkeuren zouden verkeuren
Perfectum heb verkeurd hebt verkeurd heeft verkeurd hebben verkeurd hebben verkeurd hebben verkeurd
Voltooid verleden tijd had verkeurd had verkeurd had verkeurd hadden verkeurd hadden verkeurd hadden verkeurd
Toekomende tijd II zal verkeurd hebben zult verkeurd hebben zal verkeurd hebben zullen verkeurd hebben zullen verkeurd hebben zullen verkeurd hebben
Conditionalis II zou hebben verkeurd zou hebben verkeurd zou hebben verkeurd zouden hebben verkeurd zouden hebben verkeurd zouden hebben verkeurd
Imperatief - verkeur - - verkeurt -

Verbos similares a verkeuren

Verbos conjugados anteriores y posteriores a verkeuren

« verkeuren »

Otras acciones para verkeuren