Woxikon / Verbos / Neerlandés / V / verlinken

NL Conjugación en Neerlandés de verlinken

Total de formas verbales: 52
Imperativos y participios
Tegenwoordig en verleden deelwoord verlinkend
Tegenwoordig en verleden deelwoord verlinkt
Tipo ik jij hij/zij/het wij jullie zij
Presens verlink verlinkt verlinkt verlinken verlinken verlinken
Imperfect verlinkte verlinkte verlinkte verlinkten verlinkten verlinkten
Toekomende tijd I zal verlinken zult verlinken zal verlinken zullen verlinken zullen verlinken zullen verlinken
Conditionalis I zou verlinken zou verlinken zou verlinken zouden verlinken zouden verlinken zouden verlinken
Perfectum heb verlinkt hebt verlinkt heeft verlinkt hebben verlinkt hebben verlinkt hebben verlinkt
Voltooid verleden tijd had verlinkt had verlinkt had verlinkt hadden verlinkt hadden verlinkt hadden verlinkt
Toekomende tijd II zal verlinkt hebben zult verlinkt hebben zal verlinkt hebben zullen verlinkt hebben zullen verlinkt hebben zullen verlinkt hebben
Conditionalis II zou hebben verlinkt zou hebben verlinkt zou hebben verlinkt zouden hebben verlinkt zouden hebben verlinkt zouden hebben verlinkt
Imperatief - verlink - - verlinkt -

Verbos similares a verlinken

Verbos conjugados anteriores y posteriores a verlinken

« verlinken »

Otras acciones para verlinken